Bas Kwakman, de nieuwe directeur van Poetry,
is tevreden. Poetry International (PI) heeft een goed festival gedraaid,
met 500 bezoekers meer dan vorig jaar, een wereldkampioenschap slammen,
een internationale dichtersbezetting met als hoogtepunt een optreden
van de Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog en met meer contact
tussen publiek en dichters dan ooit tevoren. Bovendien kon het publiek
kennismaken met ‘Poetry International Web’, de dichterssite
die door de redacteuren uit diverse landen wordt beheerd. Zij waren
aanwezig om persoonlijk toelichting te geven. Een gevarieerd en
levendig festival.
Blijft er nog iets te wensen over?
‘Nou, van alles. Bijvoorbeeld zou ik de website
van Poetry International op de schop willen nemen. Een goed voorbeeld
is de site http://www.poetryinternational.org van de stichting ‘Poetry
International Web’ die door de diverse landen wordt gevuld
en beheerd. Een prachtige en informatieve site, waar wij veel van
kunnen leren.’
Ik dacht dat het Web en PI bij elkaar hoorden.
Hoe zit dat?
‘Nee, dat is niet het geval. ‘Poetry
International web’ is een zelfstandig project, waarvan de
centrale redactie bij ons op kantoor zetelt. De site wordt gevuld
door zo’n zeventien landen. In Nederland doet het Literair
Productiefonds dat. Thomas Möhlmann is daarin de belangrijkste
man. Het zou ook niet goed zijn als wij zelf de poëzie uitzochten
die op het Web kwam; de webredacteuren doen dat zelf en geven ons
suggesties. Ook De Poëzieclub, die onder andere Awater uitgeeft,
is voortgekomen uit Poetry International, maar is nu een onafhankelijke
stichting. Gelukkig is er tussen die verschillende groepen een goede
samenwerking.’
Oké, dat begrijp ik. Heb je nog verdere
aandachtspunten?
'Daarnaast heb ik wensen over een nog directere
band tussen dichters en publiek. Maar het allerbelangrijkste is:
naamsbekendheid. Dus meer en opvallender in de stad en het land
aanwezig zijn. We gaan daar een goed concept voor uitwerken voor
het komend jaar. We willen de mensen bereiken die wel aangeven geïnteresseerd
te zijn, maar toch de drempel dit jaar niet overgestapt zijn. Uit
de enquête die we dit jaar hielden, als een nulmeting voor
de belangstelling en de kwaliteitsbeleving, blijkt dat dit een grote
groep is.’
‘Er waren al activiteiten op dit gebied op verschillende locaties
in Rotterdam dit jaar. In musea, de bibliotheek en de boekhandel
stonden boxen waarin de museumgasten op videoscherm konden zien
wie er op het festival kwamen en hoe het er aan toe ging. Dit om
duidelijk te maken dat het voor publiek niet moeilijk is zich tussen
de dichters thuis te voelen. Natuurlijk is er een internationale
sfeer en zijn er dichters uit diverse landen, maar al het werk dat
ten gehore wordt gebracht is ook in het Nederlands vertaald en op
videoschermen mee te lezen tijdens de voordracht. Om het publiek
meer te betrekken bij het festivalgevoel was er ruim gelegenheid
om vragen te stellen aan de dichters en webredacteurs in de foyer.
Een geslaagd experiment, dat volgend jaar zeker uitgebreid zal worden.’
Wat was voor jou persoonlijk het beste dit festival?
‘Dat ik zelf tijdens de lezingen ontdekkingen
deed, poëzie ontdekte die ik wel op papier had gelezen, maar
die bij de voordracht zo veel meer werd. Bovendien was er dit jaar
een erg goede festivalsfeer door het contact tussen dichters, webredacteuren
en publiek. In die enthousiaste, energieke sfeer konden we zelfs
al tijdens het festival plannen maken voor volgend jaar, dus dat
belooft wat!’
Zeist, augustus 2004
Annette van den Bosch.