Annette van den Bosch
Eerst dit, dan datl
 
 
Informatie over Annette van den Bosch en deze site Gedichten, waaronder Vlaamse en vertaalde         Artikelen over dichtbundels en dichtbijeenkomsten Recensies van dichtbundels Interviews met dichters, uitgevers etc Over jonge dichters
Beginpagina                 Contact
 
     
  -
 

Mondiaal netwerk van betekenissen

Nachoem Wijnberg (1961), genomineerd voor de VSB Poëzieprijs met zijn bundel ‘Eerst dit, dan dat’

Sommige dichters kunnen het. Ze krijgen voor elkaar dat je steeds weer terug grijpt naar hun bundel en steeds weer nieuwe betekenissen vindt. Ik doel op Nachoem Wijnberg (1961), genomineerd voor de VSB Poëzieprijs met zijn bundel ‘Eerst dit, dan dat’. Wat meteen opvalt is de lay-out van zijn 8e dichtbundel. Prachtig blauw omslag, iets groter formaat dan de standaarddichtbundel. Een lust voor het oog en bovendien nieuwsgierig makend naar de inhoud.

De 72 (!) gedichten in deze bundel zijn eveneens bijzonder. Er zijn enkele gedichten die dezelfde titel hebben, dat is aanvankelijk enigszins verwarrend, maar het blijkt functioneel want het koppelt de gedichten door de bundel heen aan elkaar. Er komen onder andere Japanse spirituele leiders, Chinese dichters en Christelijke heiligen aan bod. Door al deze persoonlijkheden naast elkaar te plaatsen, ze te laten praten binnen hun context ontstaat er een samenhang tussen de verschillende culturen, gebruiken en opvattingen. Het gaat om ervaringen in het alledaagse leven die in eenvoudig taalgebruik worden weergegeven. Vaak worden schijnbaar niet-samenhangende beweringen onder of naast elkaar geplaatst. Door deze beweringen in samenhang te lezen, ontstaat er een diepere betekenis. Zowel de ene als de andere bewering krijgt een nieuwe lading. In de bundel staat bijvoorbeeld een aantal gedichten over verlangen. In ‘Shotetsu over Shunzei en Teika’ wordt een gedicht van de Chinese dichter Shotetsu onder de loep genomen. Teika gaat na het overlijden van zijn moeder op bezoek bij zijn vader Shunzei.

Het is herfst geworden en er waait een harde koude wind.
           Shunzei ziet er bedroefd en verloren uit.

Als hij in zijn eigen huis terug is schrijft Teika dat de wind
    verlangt naar wie er niet meer is.

Wijnberg legt in de slotregels van dit gedicht uit:

Omdat Shunzei oud is en aan zijn zoon schrijft wil hij niet zeggen
       dat hij niet meer verder kan;

daarom zegt hij dat het herfst is en dat de wind koud is.
         Een moeilijk en goed gedicht.

Vervolgens kruipt Wijnberg in het gedicht op de tegenoverliggende pagina in de huid van Shotetsu ‘Als iemand Shotetsu dit zou vragen zou hij zo antwoorden’. Ook in dit gedicht is het verlangen naar de verlorene en daarover schrijven leidraad.

In welke provincie ligt de berg Yoshino,
in welke provincie ligt de berg Tatsuta?

Als ik over kersenbloesems schrijf: Yoshino,
als ik over herfstbladeren schrijf: Tatsuta.

Dan vervolgt het gedicht dat het niet helpt om je te herinneren in welke provincie het ligt, maar dat sommige dingen bewaard blijven zonder dat ze bewust uit het hoofd geleerd zijn.
In de slotregels wordt deze wetenschap toegepast op het bewaren van dichtregels.

Als mijn huis verbrandt met al mijn gedichten
kan ik er een paar terugkrijgen van wie ze uit het hoofd geleerd heeft.

Ik durf niet te vragen om de gedichten over naar wie ik verlangde.
Daarom schrijf ik ze opnieuw als ik mij herinner naar wie ik verlangde.

Door de hele bundel lopen dergelijke dwarsverbanden. De thema’s lopen zowel lineair als kruislings in elkaar over. Ik kreeg de neiging om tijdens het lezen steeds te bladeren naar eerder gelezen gedichten en naar latere gedichten. Eigenlijk zou ik de bundel liefst ook digitaal willen hebben zodat ik steeds over en weer kon springen. Maar de papieren versie is me nu al bijzonder dierbaar. Door de thema’s die heel divers zijn en de teksten die soms een bijzondere, filosofische diepgang krijgen. Zo blijven regels als ‘Kan iemand zien bij elkaar sparen?’ en ‘De berg als het lichaam van wie weggegaan is.’ mij boeien. Of de zin ‘Je hoeft niet te wachten, je gaat weg en mag zeggen/wanneer afscheid genoeg is’ en de strofe ‘Zo lang ik hier ben/mag ik terugdenken, vooruitdenken,/om mij heen kijken, als iemand die in het rond neukt.’ Of de schitterende dialoog met Jezus in het gedicht ‘Verder is het hier leeg en stil’.

Maar ik hang aan een kruis? Je hangt aan een kruis.
Wat kan ik eraan doen? Vraag het aan de man die zonder te kijken de vloer veegt.

Enerzijds is er de verwondering, anderzijds het alledaagse. Bovendien verbindt de laatste regel het christendom en het Zenboedisme met elkaar. De man die de vloer veegt als het beeld van de monnik die met meditatieve intensiteit met zijn werk bezig is en niet in de gaten heeft dat boven zijn hoofd een Christus aan het kruis hangt. Dat is niet relevant voor hem, slechts dat waar hij concreet mee bezig is beweegt hem.

Korte citaten doen geen volledig recht aan deze gedichten, het geeft slechts een impressie van waar ik geraakt werd tijdens het lezen. Ik zal nog tijd nodig hebben om de diverse betekenissen te laten bezinken en herwaarderen. Eerst dit, dan dat is in elk geval een bijzondere bundel die de VSB Poëzieprijs zeker waard is!
Zie voor meer over Nachoem Wijnberg eveneens het interview en de website van de Koninklijke Bibliotheek www.kb.nl


Nachoem M. Wijnberg / Eerst dit, dan dat
Uitg.: Contact, Amsterdam /Antwerpen 2004
€ 17,50
ISBN 90 254 1919 4