chorus 
               
               
              muziek wordt kleur gedraaid 
              ik doe het om de nacht 
              toch, ik bloot 
              jij hard 
              ik schrijn 
              jij stoot 
              je slaapt, maar je schopt 
            ik deins als 
              een rond instrument  
              in je vijgenbladmuzieksleutel 
            sesam open 
              u 
              ontvlam in nachten van klank 
              en sluit 
              sluit me in je armen van blues 
              want ik doe het om de nacht 
            vlammen, kleuren, 
              noten, sleutels, slot, 
              liefdeslijk, 
              avondklok 
              en naar huis  
            ik ben zo ongelukkig 
              gelukkig 
              toch, gemengde kleuren worden grijs  
             
              De eerste dag 
            ik sla een 
              spijker krom op deuren van de kamers in je hart 
              de zoetste zuchten zijn er verdwenen als sneeuw in de stad 
              alles gaat van binnenuit als je de zon wilt beminnen 
            maar als je 
              schaduw je niet eens trouw is 
              staart je ziel zich blind op  
              halve manen 
              halve dromen 
              halve tranen 
            vouw je handen 
              bij elkaar voor zelfs je smeekbeden koud worden 
              en kniel voor elke straal die jou beschijnt 
              dan wacht op de kleuren van het licht  
              tot je blindelings van je bestaan geniet  
              en kijk me nu eens want laat me je in godsnaam voelen! 
            sta op en voel! 
              zeiden stemmen in de nacht 
              en ik hoorde dat het goed was. 
            
            pmschocoladezepmaand 
               
            klontje bank 
              met pluis! 
              bonbon met nooit marsepein 
            nat prikwol 
               
              best wel zout 
            kijk me kijken 
              kijk onzichtbare wereld 
              in mijn hoofd ben ik zelf  
              een zwarte doos met glazen blik 
              kijk, 
              ik schrok  
              eetbaar geluk 
              naar binnen 
              drie repen 
            ik schrok 
              maar blijf kijken 
              zelfde maand  
              zelfde zender 
            naar 
              oprecht verdriet om  
              alles in dat doosje 
              werkelijk alles 
              dat mij zo'n meisje maakt 
                 
              Enkele 
              vragen voor de middelbare scholiere Annelein Pompe (1988) 
            1) Waar kom 
              je vandaan en wat doe je? 
            Ik ben geboren 
              in Indonesie op 2 oktober 1988. Ik ben nu 17 en zit in 5 Havo... 
              In mijn eindexamenjaar. Daarna ga ik, als ik doorkom naar de HKU 
              writing for performance. 
            2) Ik zag je 
              bij een optreden in Zinderslam in Utrecht. Heb je al eens eerder 
              opgetreden? 
            Ik heb voor 
              de Wintertuin drie keer geslammed en bij Zinderslam 1 keer. Ik heb 
              me opgegeven voor Onbederf'lijk vers maar of dat doorgaat... 
              O ja, ik heb nog voorgedragen in een Café'tje in Tiel maar 
              dat stelde niet veel voor. Mijn gedichten staan op Dichttalent.nl 
              maar verder nergens. Alhoewel... misschien zou er eventueel iets 
              van mijn spul komen in komkommerenkwel op het internet. Wat dat 
              betreft ben ik nog maar een beginneling... eigenlijk ben ik helemaal 
              een beginneling. 
            3) Wat inspireert 
              je? 
            Ik ben gaat 
              dichten toen ik 12 of 13 was. Toen kreeg ik mijn eerste vriendje. 
              Een Zweed met lang blond haar en zo’n Abba-kapsel weetjewel? 
              Toen sloegen mijn hormonen op hol en als zeer gunstige bijwerking 
              kreeg ik er een schrijfhand van. Ik heb van beide nog steeds last. 
              Mijn inspiratie verleen ik aan het andere geslacht zonder meer en 
              aan mezelf.  
            4) Wanneer 
              schrijf je? 
            De ideeën, 
              beelden woorden of zinnen komen vaak op de fiets (ik fiets zo'n 
              30 km per dag, vandaar) En na een slechte of krankzinnige situatie 
              of ervaring moet er vaak ook wat uit. 
              Ik verdiep me eerlijk gezegd nauwelijks in andere dichters(erg he?) 
              en dichters die ik lees zijn goed. 
            5) Jammer dat 
              je geen andere dichters leest. Als ik zo naar jouw werk kijk dan 
              denk ik dat de Utrechtse dichter Lernert Engelberts je wel zou bevallen. 
              Ik zal je het gedicht ‘Nog eens’ van hem toesturen. 
              Het gedicht ‘Een zwemmer is een ruiter’van de Vlaamse 
              dichter Paul Snoek zal je misschien ook bevallen. En het gedicht 
              ‘Liebestraum’ van de Vlaamse dichteres Anke Brouwers 
              (1980). 
             |