Annette van den Bosch
Op het oogl
 
 
Informatie over Annette van den Bosch en deze site Gedichten, waaronder Vlaamse en vertaalde         Artikelen over dichtbundels en dichtbijeenkomsten Recensies van dichtbundels Interviews met dichters, uitgevers etc Over jonge dichters
Beginpagina                 Contact
 
     
  -
 

‘Poëtische diversiteit van jonge Vlaamse dichters’


Vrijdagavond 21 januari puilde de nieuwe boekhandel Passa Porta in Brussel uit van, merendeels jonge, dichters. De dichters uit de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw droegen voor uit eigen werk. Annette van den Bosch was erbij en wilde meer weten over het hoe en waarom van deze bundel.

Citaat: ‘de waarheid lekt hier / als zoetwaterzweet door kieren’ (Sis Matthé).

Een interview met de samenstellers van Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw Xavier Roelens (hoofdredacteur Eneris en dichter) en Maarten de Pourcq (medewerker Poëziekrant en dichter).

1. a) Wie is de initiatiefnemer van de bundel? b) Wat is het idee achter de bundel? c) Waarom met uitgeverij P. (van uitgever Leo Peeraer)?

Xavier: a) Het idee ontstond nadat ik als hoofdredacteur van en er is het gevoel had dat er een nieuwe generatie dichters opkwam die meer verdiende dan een publicatie in ons tijdschrift. Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van het tijdschrift heb ik Leo Peeraer van Uitgeverij P een mail gestuurd met de vraag of hij niets in een bloemlezing van jonge dichters zag. Leo was heel enthousiast en heeft het idee direct opengetrokken door Maarten De Pourcq voor te stellen als medesamensteller. Een uitstekende beslissing voor het project, achteraf gezien.
b) De bedoeling is vooral om de poëtische diversiteit die in Vlaanderen onder jongeren heerst, te tonen. Van podiumschwung tot taalexperiment, van intiem tot afstandelijk, van lyrisch tot episch, het hele spectrum wilden we aan bod laten komen. We hebben daarbij op de eerste plaats op kwaliteit geoordeeld, maar de laatste keuzes - om van een 30-tal dichters tot 21 te komen - zijn dan meer vanuit het idee van 'dat genre hebben we nog niet' genomen, dan dat er nog echt van kwaliteitsverschil gesproken kan worden. (Wat ikzelf dan onder 'kwaliteit' versta, kan je ontdekken in mijn deel van de inleiding.) Het is spijtig dat we sommige mensen hebben moeten laten vallen, maar als ik dan kijk naar de dichters die er wel in staan, zou ik niet weten wie ik eruit zou willen gooien.
c) Op de eerste plaats viel de keuze op Uitgeverij P vanuit een praktisch oogpunt. Ik kende Leo Peeraer al een beetje en durfde daarom de stap zetten om hem de vraag te stellen. Maar tijdens de samenwerking is mijn waardering voor de uitgeverij wel gestegen. Het heeft enkele jonge dichters in zijn fonds die echt de moeite zijn en het werk zelf is professioneel. Achteraf gezien denk ik dat het voor dit project de beste uitgeverij is in België die er gekozen had kunnen worden. Leo heeft uiteindelijk ook zelf het risico voor deze bundel genomen en daar verdient hij alle lof voor.

Maarten: Het klimaat voor een nieuwe bloemlezing met jonge Vlaamse dichters leek mij in het algemeen vrij gunstig. Een vijftal jaren geleden was de laatste verschenen, en dan nog wel in een tijdschrift (in DWB Dietsche Warande en Belfort: De kopgroep van jonge Vlaamse dichters). Bovendien vroeg men mij geregeld waar die nieuwe jonge Vlaamse dichters nu zitten: vanuit Perdu in Amsterdam, vanuit het Poëziecentrum in Gent. Een teken dat in de Nederlandse verzamelingen van de laatste jaren de enkele Vlaamse namen niet echt waren opgevallen. Toen Xavier met het voorstel kwam, was ik er vrij snel voor gewonnen om het landschap eens goed af te speuren en een nieuwe verzameling te maken. Uitgeverij P met de P van Passie en Poëzie was daarvoor uiteraard de geschikte Plaats, al was die beslissing al genomen, voor ik zelf bij het project werd betrokken.

2. Hoe is de selectie van schrijvers tot stand gekomen, wie heeft wat wanneer bepaald en waarom zo?

Xavier: We hebben op een eerste vergadering onze criteria vastgelegd: max. 35 jaar oud (geboortejaar 1970), max. één bundel uitgegeven en min. één tijdschriftpublicatie. Ook het besluit om ons tot 21 dichters te beperken, werd op die eerste vergadering genomen.
De samenstellers hebben alle belangrijke en enkele onbelangrijke tijdschriften in Nederland en Vlaanderen uitgepluisd naar Nederlandstalige Belgen die aan deze voorwaarden voldeden en zijn zo tot een zestigtal min of meer interessante dichters gekomen. Het gevonden werk werd gekopieerd en door beide samenstellers gelezen. Ze hebben vervolgens een namiddag hun leeservaringen samen gelegd en zijn tot 21 dichters gekomen. Achteraf is er nog één iemand afgevallen die net twee weken na de vergadering zijn tweede bundel publiceerde (en dan hebben we nog iemand uit de 'wachtkamer' geplukt). Onze verbazing was groot toen alle geselecteerde dichters zo unaniem positief op onze uitnodiging ingingen. Het liep met andere woorden merkwaardig vlot. In een tweede stap vroegen we aan elke dichter 10 tot 15 gedichten. Daar hebben we dan op een volgende gezellige vergadering van elke dichter 5 tot 8 pagina's gedichten uit gekozen. Dan was het enkel nog de inleiding schrijven en onze taak zat erop.

Maarten: Als je wil verzamelen, dan heb je enkele criteria nodig die ondanks hun gedeeltelijk arbitrair karakter toch steekhoudend kunnen werken. De bedoeling was een boek met jonge dichters (max. 35 jaar is dat, zo dachten we dan) te maken, 'echt jonge dichters' wou ik eerst schrijven, aangezien in het laatste boek 'Turkooizen scheepje van verschil' toch behoorlijk wat 'oudere' dichters staan, die bovendien ook reeds veel naam hadden, in zekere zin waren 'gearriveerd', zoals Tom Lanoye en Stefan Hertmans. Precies daarom vond ik zo'n soort boek niet echt boeiend, een beetje overbodig ook. Een tweede richting die we dus uitwilden, was die van zo weinig mogelijk 'gearriveerde' dichters, onbekende namen, zelfs al zouden we daardoor een aantal mensen misschien al te vroeg naar voor schuiven. (Dat geldt overigens al meteen voor mezelf: het voorstel van P was immers om ook onze gedichten erin op te nemen, hoewel ik zelf sterk het gevoel heb dat ik aan het ontwikkelen ben en dat ik ook niet kost wat kost in zo'n boek zou moeten staan.) Maximaal één gepubliceerde bundel werd dan de bovengrens. De ondergrens minimaal één publicatie, bijvoorbeeld in een literair tijdschrift van enige naam, wat wil zeggen dat de gedichten door een ervaren redactie zouden zijn gelezen en goedgekeurd. Zo hadden we ook een extern, iets minder subjectief houvast. Het is immers onmogelijk om iedere zolderkamer in Vlaanderen, Brussel en ook Nederland of andere buitenlanden af te gaan op zoek naar dat ene oeuvre dat je ook heel graag in dat boek wilt hebben. Waren X en ik beiden Hermessen, dan hadden we dat zeker willen doen. Maar menselijk al te menselijk moesten we het met enkele veeleer sobere en toch nog steeds wat behoudsgezinde maatstaven stellen. Na toepassing van die selectiecriteria op een bom Nederlandse en Vlaamse literaire tijdschriften, kwamen we tot een zestigtal oeuvres. Aangezien we '21 dichters voor de 21ste eeuw' een mooie ondertitel vonden, zijn we dan beginnen lezen en na onderling overleg kwamen we vrij snel tot 21 namen. Die mensen hebben we dan aangeschreven en in onderling overleg met hen is er uit elk oeuvre een - wat men dan noemt - 'representatieve' reeks gedichten gekozen.


3. Wat is jullie relatie tot elkaar? M tot X en X tot P? En wie zijn jullie eigenlijk?

Xavier: En je vergeet M tot P!! Fwoe, daar kan ik anekdotes over vertellen!!!! (grapje). Zelf ben ik naast hoofdredacteur van het literaire tijdschrift en er is ook dichter (normaal gezien breng ik in oktober mijn debuut uit in de Windroosreeks van Uitgeverij Holland) en durf ik het podium wel eens te teisteren met mijn performances. Leo Peeraer ken ik sinds we samen in de organisatie voor de Gedichtendag (Maanvloed) in Leuven zitten. Verder ontmoette ik hem wel eens op een beurs (DRUKsel in Gent of de Boekenmarkt in Leuven). Maarten heb ik via een gemeenschappelijke kennis ontmoet. Ik kende zijn naam wel al van bij jeugd & poëzie (waar ik ook ooit aan deelgenomen heb) en nu en dan ontmoette ik hem ergens, maar meestal in informele omstandigheden.

Maarten: M heeft X enkele jaren geleden ontmoet bij de redactieraad van Janus, een Engelstalig crossovertijdschrift voor hedendaagse kunst en wetenschap in Antwerpen. Het was, denk ik, vooral P die mij via X heeft aangesproken om mee te werken aan het boek. P ken ik, omdat ik zelf betrokken ben in het Vlaamse poëzielandschap via Poëziekrant en Jeugd en Poëzie, waarvoor P ooit een verzamelbundel met jongerengedichten heeft uitgegeven. Vermoedelijk heeft P mij bij het boek willen betrekken om de gekende en charmante onstuimigheid van X wat te temperen, met andere woorden omdat wij behoorlijk complementair zijn. Ik ben meer iemand die in de wind op een bankje aan het water zit te discussiëren, terwijl X de podia en bijhorende coulissen afschuimt. Toch viel op dat de samenwerking behoorlijk vlot is verlopen, ook de selecties. Er waren uiteraard geregeld heftige discussies, maar die verliepen steeds constructief.

4. Wat vinden jullie zelf het mooiste uit deze bundel? Welk gedicht, welke auteur, welk initiatief, welk onderwerp?

Xavier: Mag een samensteller voorkeuren hebben? Ach ja, waarom niet, als het maar duidelijk is dat het om een primus inter pares-keuze gaat. Ik verklaar mezelf op de eerste plaats fan van het werk van Ruth Lasters. Als ik één iemand van alle nog ongebundelde dichters een bundel zou mogen aanbieden, dan krijgt zij die. Verder ben ik ook nieuwsgierig naar het volledige verhaal van Nargilah V. H., die een hertaling van het Gilgamesj-epos geschreven heeft en waar we twee lange fragmenten van opgenomen hebben, kan ik de humor van Reinout Verbeke smaken en was de meest confronterende ervaring de 'Van'-reeks van Jeroen Theunissen. Van de al gepubliceerde dichters is Geert Buelens incontournable. Ook zijn nieuwe gedichten zijn sterk. Verder was ik aangenaam verrast door Sven Cooremans en heb ik een boeiende haat-liefdeverhouding met het werk van Jan Geerts. Hij schrijft in een stijl waar mijn voorkeur niet naar uit gaat, maar hij doet dat zo sterk dat ik niet anders kan dan ervan houden. Echt iemand om te volgen. Ik voel dat ik kan blijven doorgaan en dat ik voor iedereen wel een boontje heb. Het waren stuk voor stuk boeiende leeservaringen.

Maarten: Wie het boek leest, zal merken dat de oeuvres in het boek behoorlijk variëren. Zelf ben ik vooral getroffen door de nieuwe gedichten van Geert Buelens, wiens nieuwste bundel in het najaar overal gelezen moet worden, ik ben helemaal meegesleurd door de semiotische stroom (het ritme, de beelden) in het werk van David Van Reybrouck; heel gecharmeerd door het sonnettenopus van Kris Pint, door het sprookjesachtige van Eva Cox, dat toch ook heel scherprandig is (zoals sprookjes in de juiste versie ook zijn); en draai ik serieus dol van Jeroen Theunissen en Ruth Lasters.

5. Waarom zou elke dichtliefhebber deze bundel in zijn bezit moeten willen hebben? (Dit is een gelegenheid tot koopoproep!)

Xavier: Voor de ervaren lezer: hij/zij kan ontdekken wat er zich de dag van vandaag allemaal afspeelt in de Vlaamse poëzie. Voor de nog-niet-ervaren lezer: hij/zij kan binnen de diversiteit van de bundel ontdekken welke soort poëzie hem/haar het beste ligt. En verder omdat de dichters gewoon goed zijn en omdat er veel te ontdekken valt.

Maarten: Als het om een koopoproep voor liefhebbers gaat, dan vind ik de idee dat deze bundel ergens ook een staalkaart wil zijn, een eerste goede reden. Veel van deze gedichten zijn ongepubliceerd of staan verspreid over verschillende tijdschriften. Hier staan ze samen en beuken ze ook op elkaar in, onder het label van een verzameling. Bovendien denk ik dat iedere lezer erin een ontdekking kan maken, aangezien het spectrum breed is.

6. a) Hoe groot is de succeskansfactor van de bundel? b) En is er een vervolg op de bundel voorzien?

Xavier: a. Immens groot, natuurlijk. Daar mag ik geen moment aan twijfelen. b. Voorzien niet, maar we zijn wel dichters tegengekomen die goed bezig waren, met nog groeipotentie. Het moet wel mogelijk zijn om binnen 5 à 10 jaar opnieuw een bundel met dezelfde opzet te brengen, denk ik nu. Als ik het nodig vind, trek ik wel opnieuw aan de bel.

Lees meer over uitgeverij P in het interview met Leo Peeraer >>>

Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw
samenstelling Maarten de Pourcq & X(avier) Roelens
Leuven: Uitgeverij P, 2005
Prijs: 16,95 euro